Ga als volgt te werk om het opslagmedium en scanniveau te selecteren:       
1.
Plaats de gewenste schijf in het station of sluit het gewenste opslagmedium aan op uw computer.
2.
Selecteer de opslagmedia in het vervolgkeuzemenu Station/medium waarvan de gegevens worden hersteld:.
3.
Selecteer het gewenste scanniveau.

 

 
 
De snelle scan zoekt alleen op het FAT-bestandssysteem van het opslagmedium. De snelle scan zoekt verwijderde bestanden en oudere bestandsversies.
De diepe scan zoekt op het volledige opslagmedium. Met de diepe scan vindt u individuele defecte metabestandsgegevens, beschadigde bestanden, onleesbare sectoren en bestanden die werden verwijderd en niet langer zichtbaar zijn in het FAT-bestandssysteem.
Een diepe scan duurt veel langer dan een snelle scan.
 
FAT
FAT (File Allocation Table) is een bestandssysteem dat door Microsoft werd ontwikkeld. De bestandssystemen FAT 12, FAT 16 en FAT 32 worden gebruikt op alle types mobiele opslagmedia (bijv. USB-sticks, geheugenkaarten).
 
4.
Klik op de knop Volgende.
è
Het scherm Snel scannen of Diep scannen wordt weergegeven. De voortgang kan hier worden gevolgd. Nadat het zoeken is voltooid, verschijnt het venster Gevonden bestanden.
Zie ook:
Te herstellen bestanden selecteren
Startvenster
FAT
FAT (File Allocation Table) is een bestandssysteem dat door Microsoft werd ontwikkeld. De bestandssystemen FAT 12, FAT 16 en FAT 32 worden gebruikt op alle types mobiele opslagmedia (bijv. USB-sticks, geheugenkaarten).


Opslagmedium en scanniveau selecteren